van
Napoleon, tijdens de Veldtocht naar Rusland in 1812.
1. Inleiding
Uit verschillende historische
stukken, bleek het een verschrikking geweest te zijn, voor allen die
het beleefd en zeker voor hen die het overleefd hadden. Maar ook een
avontuurlijke beleving, vooral voor een knaap die leefde in een buurtschap
waar maar een paar families woonden in die tijd, om met zoveel internationale
soldaten, wapens en paarden op stap te gaan naar een ver land, een uitleg
hierover volgt verder in dit stuk.
2. Eerdere
“plunderingen”van Groesbeek
Het was niet de eerste keer
dat Groesbeek, en andere gemeenten geplunderd werden. Daarvoor was Groesbeek
ook al geplunderd door huurlingen van de Staatse (Hollandse) troepen
van stadhouder Willem V. Dit waren huurlingen uit Groot-Brittanië en
Pruissen, voor wat de laatste mogendheid betreft, met name Hannoveraanse
troepen. Wat was er gebeurd? Willem V (Batavus) 1748-1806 was erfstadhouder
der Verenigde Nederlanden. Zijn moeder was Anna van Hannover, en zijn
vrouw was Wilhelmina van Pruisen, met wie hij trouwde te Berlijn in
1767. De periode was de zogenaamde Patriottentijd, de patriotten die
zich later bij de Fransen zouden aansluiten, dezen hadden zware kritiek
op het functioneren van Willem V. Deze stadhouderlijke familie was van
Apeldoorn naar het Nijmeegse Valkhof verhuisd, om in geval van lijfelijke
bedreiging over de Nederlands-Pruisische grens te kunnen vluchten. Door de politieke tegenstelling
tussen Oranjegezinden en Patriotten in de Republiek, leidde dit in 1787
tot een burgeroorlog. Op 13-09-1787 viel een Pruisisch leger van
20.000 man onder bevel van K.W.F. hertog van Brunswijk nabij
Nijmegen binnen. Nijmegen met zelf toen nog maar zo’n 10.000 inwoners
zal best wel onder de indruk geweest zijn, van het leger wat gestuurd
was in opdracht van Frederik Willem II koning van Pruisen. Deze Frederik
Willem beschouwde de aanhouding van zijn zus Wilhemina, door de Patriotten
tijdens de doorreis van Nijmegen naar Den Haag als een belediging en
eiste genoegdoening van de Staten van Holland. Het waren onderdelen
van dit Pruisische leger die veel schade aanrichtten ook inGroesbeek,
en in het Groesbeekse buitengebied waaronder dus ook de Plak.Jaren later zou dit gedeeltelijk
gecompenseerd worden.
3. De
Franse dienstplicht
Joannes, of zoals we nu zouden
zeggen Jan, ging niet als vrijwilliger vanwege het aangelokte avontuur
naar Rusland, zo blijkt uit de archiefstukken die onlangs door mij zijn
gevonden. In Nederland werd namelijk
de militaire dienstplicht in 1810 ingevoerd door de Franse bezetters
onder Lodewijk Napoleon Bonaparte, ( 02-09-1778 / 25-07-1846),
de broer van Napoleon Bonaparte, die opgedrongen
koning van Holland (dus de hele Benelux) was van 1806 tot 1810. Iedere man van 20 jaar en ouder
moest zich inschrijven voor de militaire dienstplicht, mede door de
totale inlijving bij het Franse Keizerrijk in dat jaar 1810. Door middel van loting (de
laagste nummers eerst), werd bepaald wie er dienst moest nemen in het
(Nederlands-) Franse leger. Dit naar aanleiding van de wet op de conscriptie
(dienstplicht) die in Frankrijk reeds sedert 05-09-1798 van kracht was.
Deze gold voor mannen van 20 tot 25 jaar, en in 1805 werd de minimale
lengte van de dienstplichtigen vastgesteld op 1.544 mm. Zuid-Nederland, dus onder de
rivieren, kende reeds een dienstplicht in 1798.
Bij decreet van 03-02-1811
werden 9.000 dienstplichtigen opgeroepen, zowel voor het leger als voor
de marine, van het geboortejaar 1788. De verdeling van het aantal wat
moest opkomen ging naar rato van het inwonertal der verschillende gewesten.
Deze dienstplicht was afkoopbaar en de hogere klassen konden vervangers
(replacements) nemen van de minder vermogende klassen, voor een bedrag
van 3000 tot 10.000 gulden. Ze zeiden: “Het volk hoort te werken
en te sneuvelen. Wij zijn de maatschappelijke bovenlaag, die leiding
dient te geven.”. Voor de lichtingen 1809-1813
(de geboortejaren 1789 tot en met 1793, dus ook “onze’ Jan) werden
in 1811 in totaal 10.000 man opgeroepen. Hoeveel Nederlanders in de
periode 1810-1813 in Franse dienst waren is niet precies bekend. Men
schat de dienstplichtigen en vrijwilligers op 35.000 man, waarvan 28.000
bij het leger en de rest bij de marine.
4. De uiteindelijke veldtocht
Op 24-06-1812 trok de “Grande
Armee” met 691.500 man over de rivier de Memel richting Moskou waar
ze uiteindelijk op 14-09-1812 aankwamen. De metropool was verlaten,
er was geen voedsel en het grootste gedeelte was in brand gestoken. Over dit aantal wordt in verschillende
stukken gesproken van 500.000 man dan weer 490.000 man, in ieder geval
was het een van de eerste grote legers uit de Europese geschiedenis.
Het blijkt dat er vaker verschillende getallen verschillen in de berichtgevingen. De route richting Rusland verliep
ongeveer gelijk aan de route tijdens de terugkeer van wat er nog over
was van het eens zo machtige Franse leger:
Moskou-Smorgoni-Oschmiana-
Wilna (09-12-1812)-Kowno (=Kaunas)-Augustowo-Pultusk-Sierock-Praga- Varsovie (=Warschau)-Lowitz-Krutno-
5. De ondergang en terugtocht
van het eens zo machtige Franse leger
Door de uiterst strenge winter,
verschillende ziektes, de slechte verzorging en bevoorrading en de alsmaar
korte, onverwachte aanvallen van de Kozakkenlegers eisten hun tol. Er
werd door voedselgebrek zelfs gesproken over kannibalisme. Iedere derde
soldaat had het “Fleckenfieber” of het “Schützengrabfieber”
staat in de officiële stukken, en stierf. 300.000 Fransen, 70.000 Polen,
80.000 Duitsers (andere akten zeggen 90.000) stierven. Binnen zes
maanden zouden 9 van de 10 soldaten omkomen…….
Vandaar dat we als Horstenaren
in de Gemeente Groesbeek van 200 jaar later, nog steeds trots zijn,
een man in ons midden gehad te hebben, die al die verschrikkingen heeft
meegemaakt en overleefd. En dat zonder psychologische hulp, want die
bestond er toen niet voor de veteranen. Terwijl hij deze ongelooflijke
last tot zijn 79ste levensjaar moest dragen……
Leo Zilessen, April 2008
De Horst – Groesbeek
Met dank aan Dhr. G.G. Driessen,
en Dhr. Paul Thissen
Bijlage 1
Aantekeningen in Begraafboek Groesbeek 1869 door
pastoor Anthonius Rovers van Tongerle (1858-1874) :
Bijlage 2 Archiefstukken van de Nationale Militie 1810 :
Bijlage 3
Declaratie schade door Frans leger van
Bart Peters de Plak :